Een kettinkje trekt de tand naar beneden
Tijdens het wisselen kan het zijn dat een hoektand niet doorkomt. Dat kan bijvoorbeeld komen doordat andere tanden in de weg zitten. De tand loopt dan vast.
Op deze overzichtsfoto wijzen de witte pijlen naar twee bovenhoektanden die zijn vast gelopen. Ze kunnen niet vanzelf wisselen. De groene pijlen wijzen naar de kleine kiezen en de hoektand onder die ook nog moeten wisselen.
Er moet dan eerst ruimte worden gemaakt. Een kettinkje kan daarna helpen om de nieuwe tand die niet doorkomt naar zijn plaats tussen de andere tanden te trekken. Dat kettinkje wordt meestal door de kaakchirug aan de tand vastgemaakt.
Animatie: met een kettinkje wordt een vastgelopen hoektand naar beneden getrokken.