Een diepe beet komt vaak voor bij een overbeet omdat ook de afstand tussen de onder- en bovenvoortanden groter wordt. Als de overbeet groter is dan 6 mm kan je vaak al in je gehemelte bijten met je ondervoortanden. Daarom is het verminderen van de diepte van de beet vaak een essentieel onderdeel bij het oplossen van de overbeet. Dat kan bijvoorbeeld met Bite Turbo’s, een beetverhoging, of een opbeetplaat.
Op deze röngtgenfoto vanaf de zijkant (lateraal RSP) kan je goed zien hoe groot de overbeet is. De onderkaak is in verhouding ook te klein.
Animatie: een opbeetplaatje zorgt ervoor dat je niet meer in je boventandvlees kunt bijten.
Beschadiging van tandvlees
Bij een ernstige diepe beet bijten je ondertanden aan de achterkant van je boventanden in het tandvlees. Het tandvlees wordt dan beschadigd. Met een beugel wordt je beet aangepast. Soms is het nuttig om daarna nog met een parodontoloog te bekijken of het tandvlees zich goed herstelt.