Je buitenbeugel zit vast aan je kiezen met metalen ringetjes. De uiteinden passen precies in buisjes die aan die ringetjes vastzitten. Je kunt de uiteinden van de beugel zelf in of uit die buisjes schuiven. Hij wordt steeds minder gebruikt, maar is soms toch nog nodig.
Je krijgt een buitenbeugel als de bovenkiezen te ver naar voren staan en de onderkaak te ver naar achteren.
Soms wordt een buitenbeugel ook gebruikt als er te weinig ruimte in je bovenkaak is. De bovenkiezen worden dan met de buitenbeugel naar achteren geduwd. Zo ontstaat extra ruimte en je beet wordt verbeterd.

 

Buitenbeugel met nekband

 

Video: de buitenbeugel wordt soms samen met andere beugels gebruikt.

 

 

Animatie: de buitenboordbeugel zit soms aan een kapje over je hoofd.

Je buitenbeugel zit met een elastische band vast achter je nek of met een ‘kapje’ over je hoofd. Het elastiek trekt aan je kaak. Daardoor wordt de groei van de bovenkaak geremd. Je onderkaak groeit intussen wel verder naar voren en daardoor gaan je kaken beter op elkaar passen.

Animatie: de buitenbeugel zit soms vast achter je nek en soms met een kapje over je hoofd.

Je moet de buitenbeugel minstens 14-16 uur per dag dragen, bijvoorbeeld ‘s nachts en op school. Elk uur dat je de buitenbeugel draagt is er één. Als je hem te weinig draagt kan de behandeling mislukken.
Bij  het sporten doe je de buitenbeugel uit.

 

Buitenbeugels